Identificatiechip

Voordat onze plaatsbare kittens en katten vertrekken naar hun nieuwe thuis, krijgen ze een identificatiechip ingebracht. Na plaatsing worden ze geregistreerd bij een databank.

Microchip

Sinds 1998 is het in Nederland mogelijk dieren te identificeren door middel van het inbrengen van een microchip. De microchip is ongeveer dertien millimeter lang, met een doorsnede van twee millimeter. Het bestaat uit een gesloten buisje van bioglas met daarin een microchipje en een spoeltje dat werkt als een antenne.

Door de coatinglaag op het bioglas wordt de chip niet afgestoten en wordt hij ingekapseld in het bindweefsel. Het dier merkt niets van de microchip en deze blijft zijn leven lang intact.

Uniek identificatienummer

De microchip wordt door een dierenarts of een ander daartoe bevoegd persoon ingebracht door middel van een injectienaald. Met behulp van een ‘reader’ kan het unieke identificatienummer van het dier worden afgelezen. Op deze manier is het in principe mogelijk de gegevens van een in Nederland gechipt dier en zijn eigenaar over de gehele wereld te achterhalen.

Het belang van chippen

Nog steeds gebeurt het te vaak dat weggelopen huiskatten onbedoeld eindigen als zwerfkat of in het asiel. Ook katten die niet buiten komen, kunnen een keer ontsnappen en verdwalen. Met een identificatiechip is de eigenaar eenvoudig te achterhalen en kan de kat herenigd worden. Sommige gemeenten organiseren chipacties voor hun inwoners waar ze gratis of met reductie een chip kunnen laten zetten door de dierenarts. Let wel: de chip wordt niet automatisch geregistreerd, dat moet u meestal zelf doen. En vergeet niet om mutaties zoals een verhuizing of wijziging van uw telefoonnummer tijdig aan te passen in de databank.

identificatiechip

Uitlezen van de Identificatiechip

Het geheim van Lassie

Bij een vangactie in Rotterdam troffen we deze kater aan en checkten hem zoals gebruikelijk op een chip. Bingo! Lassie bleek tot ieders verbazing al 9 jaar aan de zwerf te zijn.

Hij bevond zich hemelsbreed nog niet eens zo ver van huis. Maar vreemd genoeg wel aan de ‘verkeerde’ kant van de Maastunnel. Niemand kon bevroeden dat hij zich daar ophield en het zal altijd een raadsel blijven hoe Lassie op de andere oever is verzeild.

Gelukkig had de identificatiechip geen geheimen en na al die jaren konden de blije eigenaren hun inmiddels 15-jarige kater weer in de armen sluiten.